focus chemie - mrt 2022
‘Onze sector is essentieel voor de klimaattransitie’
De chemiesector zal de komende decennia een sleutelrol spelen in de transitie naar een impactvrije samenleving. Wim Michiels, de CEO van Proviron, een Belgisch chemiebedrijf met duurzaamheid in zijn DNA, wijst op de enorme stappen die al zijn gezet.
U staat aan het hoofd van Proviron. Wat doen jullie? “Wij ontwikkelen, produceren en vermarkten nichechemicaliën in zeven verschillende businesses. We verkopen onze producten in bijna 100 landen. Mijn vader heeft de zaak opgestart in 1977 als ingenieursbureau. Sinds 1983 produceren we onze producten ook zelf.”
Chemie wordt in de perceptie nog vaak geassocieerd met vervuiling.
In zeven bedrijfstakken tegelijk actief zijn is niet echt vanzelfsprekend. Hoe doen jullie dit concreet? “Dat is een zeer terechte vraag. De voorbije tien jaar hebben we enorm geïnvesteerd in een structuur die dit mogelijk maakt. Het bedrijf is vandaag opgebouwd uit zeven commerciële teams die zich elk toespitsen op hun specifieke domein. Dat team is dus zelf op zoek naar nieuwe kansen in die specifieke markt. Omdat je als directie uiteraard niet – letterlijk – van alle markten thuis kunt zijn, moet je dus heel veel vertrouwen durven geven aan deze teams per businessunit. Eigenlijk overkoepelen wij zeven kmo’s die hun eigen koers varen. Die interne diversifiëring is bovendien financieel interessant, want dit vormt ook een buffer als het slecht gaat in een van de markten.”
Eigenlijk denken we al meer dan veertig jaar na over de circular economy.
Anders dan bij de meeste chemiebedrijven die al decennia actief zijn, zit duurzaamheid in het DNA van Proviron. Hoe is dat verhaal ontstaan? “Mijn vader specialiseerde zich tijdens zijn ingenieursstudies eind jaren 60 al in milieutechnieken. Toen hij hierna als ingenieur aan de slag ging en een oplossing moest bedenken voor het afvalprobleem bij zijn toenmalige werkgever, besefte hij al snel dat de oplossing niet lag in het doen verdwijnen van het gecreëerde afval. In plaats daarvan nam hij de totale productieketen onder de loep en zocht hij naar een nieuwe manier van werken die veel minder afval genereerde. Die mindset heeft hij meegenomen toen hij zelf zijn bedrijf is gestart en leeft tot vandaag door bij ons. Vandaag klinkt dat erg vertrouwd, maar dat was het toen allerminst. Eigenlijk denken we al meer dan veertig jaar na over de circular economy. Dat heeft uiteraard belangrijke gevolgen. Zo zijn we nooit de goedkoopste speler. Dat weten onze klanten ook.”
Dat prijskaartje is en blijft natuurlijk wel een essentieel onderdeel van de klimaattransitie. U zegt hierover dat de markt en dus de consument de sleutel in handen heeft. Wat bedoelt u daarmee? “Mensen roepen vandaag massaal om groene oplossingen, maar in de praktijk zien we dat ze in de winkel nog steeds kiezen voor de goedkoopste optie. Een opblaasbaar zwembadje van 20 euro zal nog altijd de voorkeur krijgen op dat van 30 euro. Mijn oproep aan de consument is dus: verwijt dat niet aan de industrie, maar maak zelf bewuste keuzes. Er zijn al gigantisch veel duurzame oplossingen bedacht en uitgewerkt door de chemische industrie, maar de mensen kopen ze vandaag nog niet massaal. De tendens naar meer duurzaamheid is aanwezig, maar we moeten goed begrijpen hoe deze werkt. Als je wil dat de industrie omslaat, dan moeten wij als consument massaal andere dingen beginnen kopen. De verantwoordelijkheid ligt deels bij de producenten, maar vooral bij de consumenten.”
Moet de wetgeving er niet gewoon voor zorgen dat er geen vervuilende alternatieven meer te koop kunnen worden aangeboden? “Misschien wel. Maar ik vind dat persoonlijk een zeer frappante vaststelling. Mijn grootste vraag is: hoe kan het dat wij er als consument niet in slagen om ons gedrag te veranderen zolang er geen dwingende regels worden opgelegd? Neem bijvoorbeeld een rookvrij café. Dat had vroeger, toen we wettelijk nog mochten roken, toch ook al geopend kunnen worden? Ik ben er zelfs van overtuigd dat dit volk had aangetrokken, maar toch gebeurde dat niet. Dus, hoewel eigenlijk iedereen de voordelen kan inzien, ontstaat zoiets niet uit de vrije markt en komt verandering er pas als het regelgevend afgedwongen wordt. Dat is toch ongelooflijk! Dat besef moeten we dus meenemen in de manier waarop we nadenken over het mogelijk maken van de ecologische transitie. Daarom is onze wens vanuit de industrie: zorg voor een kader dat een gefaseerde transitie tegen 2050 realiseerbaar maakt, ook voor de kleinere spelers. Dat is volgens mij ook precies wat Europa vandaag probeert te doen met de Green Deal, waar wij dan ook enorm achter staan.”
Dat duurzaamheid zo centraal staat in de chemiesector is voor veel buitenstaanders wellicht een nieuwe ontdekking. “Dat klopt, chemie wordt in de perceptie nog vaak geassocieerd met vervuiling. Dat is een erfenis uit het verleden. Tot in de jaren 70 was het volkomen logisch dat chemisch afval in de grond werd gestoken of via de riolering kon wegstromen. Dat heeft geleid tot veel bodemverontreiniging en vervuiling in de rivieren. Die slechte naam heeft de chemie dus te danken aan de tijdsgeest die er toen heerste. Maar: die context is verleden tijd, met dank aan een mooie symbiose tussen het regelgevend kader, de overheden en de industrie. Onze rivieren zitten terug vol leven. Die erfenis heeft vandaag ook een belangrijke, positieve keerzijde, want het is net daarom dat we als sector al zoveel hebben nagedacht over alternatieven. Dat is ook nodig, want onze sector is essentieel voor de klimaattransitie.”
Waarom?
“Zowat alle producten in onze leefwereld, en dus zeker ook de klimaatvriendelijke alternatieven, komen voort uit de chemische sector. Dit gaat van een tandenborstel tot de bescherming van een tafelpoot. Eigenlijk is de chemie gewoon de materiaalleverancier, en dus zijn wij het die de transitie naar een impactvrije wereld mogelijk zullen maken. Dat besef is ook heel duidelijk aanwezig binnen de sector. Ik ken geen enkel chemiebedrijf dat niet bezig is met de zoektocht naar duurzame oplossingen.”
Smart Fact.
Proviron is een familiebedrijf. Heeft u ooit overwogen om er niet in te stappen? “Meer nog. Toen mijn broer Mark en ik studeerden, en later ook aan het begin van onze carrières, dachten we niet dat onze toekomst hier lag. De aandelen waren ook al deels doorgegeven aan een verre neef. Maar na de uitbreiding naar Oostende en de VS hebben mijn broer en ik in 2000 dan toch de stap gezet. Vandaag besef ik dat die initiële afstand tussen ons en het bedrijf belangrijk is geweest voor onze ontwikkeling.”